Echte ceders (Cedrus spp.) Zijn inheems in de Oude Wereld. Ze groeien langzaam, hebben groenblijvende bladeren, gedurfde contouren en uiteindelijk een indrukwekkende grootte, tot 100 voet lang voor Cedar of Lebanon (Cedrus libani). Ze wortelen diep in de grond en hebben weinig verzorging of onderhoud nodig. Oosterse ceder (Juniperus virginiana), die groeit in de winterhardheidszones 2 tot en met 9 van het Amerikaanse ministerie van Landbouw, is inheems in de Verenigde Staten en groeit ook langzaam tot 50 voet lang. Al deze ceders kunnen profiteren van periodieke bemestingstoepassingen.
tegoed: JackF / iStock / Getty Images Cederbomen groeien in het veldEfficiënte feeders
Drie echte ceders worden gebruikt in de groenvoorziening. Atlasceder (Cedrus atlantica), die groeit in USDA-zones 6 tot en met 9, heeft korte, zilverblauwe naalden. Ceder van Libanon is ook winterhard in USDA zones 6 tot en met 9. Deodar ceder (Cedrus deodara), die groeit in USDA zones 7 tot en met 9, heeft afhangende takpunten en een piramidale vorm. Echte ceders en oosterse ceder zijn allemaal efficiënt in het oogsten van de voedingsstoffen die ze nodig hebben uit de grond waarin ze zijn geplant vanwege hun efficiënte, verreikende wortelsystemen. Omdat ze het alleen goed doen, adviseren tuinders ze vaak niet te bemesten tenzij de groei niet optimaal is. Ceders reageren allemaal op bemesting, maar u hebt een geschikte formulering en toedieningssnelheid nodig.
Korrelige meststof
Voor gevestigde ceders selecteert u een volledige meststof zoals 10-8-6 en past u deze in het voorjaar toe voordat nieuwe groei begint. Gebruik 2 pond kunstmest voor elke centimeter rompdiameter, meet de romp op heuphoogte. Strooi de korrels gelijkmatig over het grondoppervlak rond de boom en strek het iets verder uit dan de druppellijn waar de takken eindigen. Geef het grondig water.
Boomaren
Je kunt ook groenblijvende boomstelen gebruiken met een formulering van 13-3-4. Plaats ze gelijkmatig in een cirkel rond de druppellijn van de boom, met behulp van twee spikes voor een diameter van de boomstam van 1 tot 2 inch, en voeg een extra spike toe voor elke extra inch diameter. Drijf de spike zodat deze 2 inch onder het grondoppervlak is. Breng ze aan in de lente en herfst. Houd ze minstens 30 centimeter verwijderd van de boomstam.
Bemestingsrichtlijnen
Leer uw cederboom lezen. Als de boom normaal groeit en bladeren en kleuren heeft die typerend zijn voor zijn soort en grootte, is bemesten waarschijnlijk niet nodig. Als bomen langzaam groeien, dun gebladerte, een abnormale kleur of korte naalden, bemest ze dan. Verwar stress door uitdroging niet met gebrek aan kunstmest. Echte ceders hebben af en toe diep water nodig in warme zomermaanden om te gedijen, en bemesten met hitte gestresste ceders zou het alleen maar erger maken. Anderzijds bemest u regelmatig ceders als u snellere groei aan jonge bomen wilt, als planten in arme gronden groeien of als ze schade moeten repareren.
