Er zijn een aantal factoren die de plantengroei beïnvloeden, waaronder voldoende licht, water, bodem en bodemvoedingsstoffen. Overbevolking zal de plantengroei op veel manieren beïnvloeden, waaronder het stimuleren van de ontwikkeling van ziekten, het belemmeren van de productie van fruit en bloemen, het stimuleren van insecten- en plaagproblemen en het beïnvloeden van de algehele groei en ontwikkeling van een plant. Planten hebben een natuurlijk afweermechanisme, allelopathie genaamd, dat is ontworpen om overbevolking te voorkomen en hen te beschermen tegen de gevolgen ervan.
Adequate plantafstand is essentieel voor de gezondheid van bijna alle planten.Overvolle wortels
Wortelgewassen kunnen niet goed rijpen als ze overvol zijn.Een perfect voorbeeld van de impact die overbevolking heeft op de groei van wortelgroenten wordt gezien bij het planten van radijs. Radijszaden zijn zo klein dat het vrijwel onmogelijk is om ze te scheiden en een enkel zaadje te planten op de door het zaadbedrijf aanbevolen afstand. Dit geldt ook voor wortelen. Zodra de zaden ontkiemen en de zaailingen voldoende groot zijn, moet je ze verdunnen om de grotere en gezondere zaailingen de kans te geven om goed te groeien en te ontwikkelen. Wanneer gewassen zoals radijs en / of wortels niet worden verdund, is er geen ruimte voor de wortel, in dit geval de groente, om te groeien en zich te ontwikkelen.
Allelopathie en overbevolking
Planten hebben een ingebouwd mechanisme om overbevolking te voorkomen.Allelopathie wordt gedefinieerd als het chemische proces dat planten gebruiken om te voorkomen dat andere planten in hun buurt ontkiemen of groeien. Alleopathie is ontworpen om overbevolking te voorkomen zodat planten gezonder zijn. Overbevolking kan de ruimte die planten nodig hebben voor wortelgroei in gevaar brengen. Het kan ook de hoeveelheid voedingsstoffen verminderen die een van de overvolle planten uit de grond kan opnemen, waardoor ontwikkelingsproblemen bij alle planten ontstaan. Door overbevolking kunnen ook grotere planten zonlicht van kleinere planten blokkeren, waardoor fotosynthese wordt voorkomen en de planten in wezen verhongeren. Fotosynthese is het proces waarbij planten lichtenergie omzetten in chemische energie, die vervolgens wordt opgeslagen in suikerbindingen.
Allelochemicaliën
Allelochemicaliën zijn verbindingen die de ene plantensoort afgeeft om te voorkomen dat een andere plantensoort in de buurt de ruimte binnendringt en overvol raakt. Deze chemicaliën verdwijnen snel, waardoor ze zeer effectief zijn als een natuurlijk herbicide. Allelochemicaliën komen vrij uit plantenwortels, bladeren, vruchten en zelfs uit rottend plantaardig materiaal, zoals compost of mulch. Allelochemicaliën die vrijkomen uit mulch kunnen de groei van bloemen, fruit- en groenteproducerende planten en bomen en struiken beïnvloeden.
Hoe Allelochemicals werken
Hoge planten kunnen voorkomen dat licht kortere planten bereikt.Er zijn verschillende manieren waarop allelochemicaliën werken om de beoogde planten te doden. Ze kunnen de activering van groeihormoon verstoren of eiwitsynthese blokkeren. Ze kunnen ook celdeling in specifieke delen van de wortels remmen, waardoor de wortelgroei en, bij uitbreiding, de algehele plantengroei wordt geremd. Ze kunnen ook planten verhongeren door fotosynthese te voorkomen. Zonder licht kunnen planten lichtenergie niet omzetten in de chemische energie die wordt opgeslagen als suiker. Een plant zonder energie zal sterven.
