Rookmelders zijn een systeem voor vroegtijdige waarschuwing dat is ontworpen om u te waarschuwen voor de mogelijke aanwezigheid van een woningbrand. Vervang de batterijen om de zes maanden en controleer de eenheden een keer per maand om een goede werking te garanderen. Een piepend alarm betekent dat er een probleem is met het apparaat, meestal een lege of lege batterij. De batterij is nodig voor een goede werking. Als u de batterij verwijdert, stopt het piepen bij de meeste apparaten niet. Om het piepen te stoppen, moet het systeem worden ontladen.
Een rookmelder is meestal verbonden door elektrische kabels die alle alarmen verbinden.Stap 1
Koppel elk rookmelder los van de muur- of plafondbevestigingen en koppel de draden los.
Stap 2
Verwijder de batterijen uit elke eenheid en druk op de knop "Test" totdat het piepen stopt. Als u op de knop drukt, wordt de resterende elektriciteit in het apparaat ontladen.
Stap 3
Plaats nieuwe batterijen in de eenheden.
Stap 4
Sluit alle elektrische draden opnieuw aan en monteer de eenheden aan de muur of het plafond. Er verschijnt een groen lampje op het apparaat om aan te geven dat het goed werkt. Vervang het apparaat als het piepen aanhoudt.