U hebt gecontroleerd of het apparaat is aangesloten, het apparaat is ingeschakeld en de stroomonderbreker niet is geactiveerd, maar toch krijgt het apparaat geen stroom. Het komt zelden voor, en dat is een van de redenen waarom een situatie waarin er geen stroom is en de stroomonderbreker niet is geactiveerd in het begin een raadsel kan zijn. Een stroomonderbreker, de verbindingsdraad en het apparaat zijn echter allemaal componenten van een eenvoudig circuit dat u met een standaard spanningsmeter kunt oplossen.
Een spanningsmeter is uw primaire hulpmiddel voor probleemoplossing.Stap 1
Verwijder de schroeven waarmee het deksel van uw paneelkast is bevestigd en leg het deksel opzij.
Stap 2
Controleer op spanning op de draadaansluitklem op de betreffende stroomonderbreker. Controleer of de spanning correct is. Geen stroom op de aansluitklem terwijl de stroomonderbreker in de positie Aan staat, duidt op een defecte stroomonderbreker.
Stap 3
Verwijder de afdekking van het stopcontact zonder stroom. Controleer op spanning op de draadaansluitklemmen aan de zijkant van het stopcontact. Controleer of de spanning correct is. Geen stroom op de aansluitklem duidt op een breuk in de draad. Stroom op de aansluitklem maar niet op de stekker duidt op een defect stopcontact.
Stap 4
Zet de hoofdstroomonderbreker in de positie Uit. Koppel de draad los van de stroomonderbreker en het stopcontact. Draai de set draden samen in de aansluitdoos en controleer de draden aan het uiteinde van de paneeldoos met de continuïteitscontrole op uw spanningsmeter. Geen continuïteit duidt op een breuk in de draad.
Stap 5
Vervang alle deksels en herstel de stroom na het uitvoeren van de nodige reparaties.
