De logfunctie op een rekenmachine gebruiken

Pin
Send
Share
Send

De functie "Logboek" op een grafische of wetenschappelijke rekenmachine is een sleutel waarmee u met logaritmen kunt werken. Logaritmen zijn manieren om erachter te komen welke exponenten u moet vermenigvuldigen in een specifiek aantal. Als u bijvoorbeeld de "Log" -functie op het getal 10 gebruikt, zou u zien dat u uw basisnummer van 10 een keer met zichzelf moet vermenigvuldigen om het getal 10 te evenaren. De logfunctie op alle rekenmachines werkt in wezen op dezelfde manier.

Stap 1

Typ het nummer waarmee u werkt in uw grafische of wetenschappelijke rekenmachine. Typ bijvoorbeeld "1000".

Stap 2

Druk op de knop "Log" op uw rekenmachine. Het nummer dat u onmiddellijk ziet, is de exponent van het oorspronkelijke nummer dat u hebt ingevoerd. Ervan uitgaande dat het basisnummer 10 is (wat het altijd op een grafische of wetenschappelijke rekenmachine zal zijn), moet u 10 keer het aantal keren dat u op het scherm ziet vermenigvuldigen om uw oorspronkelijke nummer te bereiken.

Stap 3

Controleer je werk. Als u "1000" in uw calculator invoert en op "Logboek" drukt, verschijnt het nummer "3" op het scherm. Dit betekent dat u uw basisnummer van 10 drie keer moet vermenigvuldigen om "1000" te bereiken. Om je werk te controleren, voer je de wiskundige lange vorm uit: 10 x 10 x 10 = 1000, wat je oorspronkelijke nummer was.

Pin
Send
Share
Send

Bekijk de video: Rekenmachine instellen voor het Examen (Mei 2024).