Geen huiseigenaar wil ongedierte in huis hebben, maar helaas kunnen plagen zelfs in de schoonste huizen voorkomen. Ongedierte in een huis draagt het risico van ziekte of structurele schade aan het onroerend goed. Correcte uitroeiing van huishoudelijk ongedierte begint met correcte identificatie. Als u tekenen van ongedierte in uw huis opmerkt, leer dan de meest voorkomende huishoudelijke plagen te identificeren, zodat u de juiste stappen kunt nemen om ongedierte te elimineren en te voorkomen.
Identificatie van huishoudelijk ongedierteKnaagdieren
Knaagdieren, meestal muizen en ratten, treffen elk jaar duizenden huizen. De meeste huiseigenaren identificeren knaagdierplagen aan de hand van de tekens die de dieren achterlaten. Uitwerpselen zijn de meest voorkomende indicatie van een knaagdierplaag. Kleine uitwerpselen meten tussen een achtste en een vierde inch wijzen op de aanwezigheid van muizen. Ratten laten grotere uitwerpselen van tussen de 1/4 en de halve inch achter. Andere tekenen van knaagdieren zijn dozen voedsel met kauwsporen, knaagsporen op hout, draden of andere huishoudelijke bezittingen en een muskusachtig aroma in huis.
Kakkerlakken
Kakkerlakken zijn middelgrote tot grote insecten geïdentificeerd op basis van hun brede, afgeplatte lichamen en lange antennes. Vier van de zeven soorten kakkerlakken besmetten vaak huizen. Duitse kakkerlakken hebben twee donkere strepen op het pronotum, het gedeelte achter het hoofd, en groeien tot ongeveer een halve inch lang. Bruine kakkerlakken zijn even groot als Duitse kakkerlakken, maar hebben lichtgekleurde banden op de buik, vleugels en pronotum. Oosterse kakkerlakken, ook wel waterwantsen genoemd, meten iets meer dan 1 centimeter lang en hebben gladde, donkere lichamen. Amerikaanse kakkerlakken groeien tot 2 inch, zijn roodbruin van kleur en hebben een cijfer achtpatroon op het pronotum.
Mieren
Mieren, kleine insecten met gesegmenteerde lichamen en prominente verbonden benen, komen vaak huizen binnen waar ze voedsel vinden. Mieren zijn er in verschillende kleuren, waaronder zwart, rood, geel en bruin. De meeste mierenrassen leven niet in het huis, maar foerageren eerder in het huis om voedsel mee te nemen naar een buiten nest. Een variëteit, timmermansmieren, kan in het hout van een huis leven. De meeste huiseigenaren herkennen een mierenplaag wanneer ze de insecten in hun huizen zien.
Vliegen
Huizen kunnen besmet zijn met huisvliegen of fruitvliegen. Huisvliegen zijn de meest voorkomende vliegen in huizen, volgens de National Pest Management Association. Ze hebben kleine ovale lichamen, groeien tot ongeveer een kwart inch en hebben grote, roodgekleurde ogen op donkergrijze lichamen. Fruitvliegjes zijn kleine taankleurige insecten die niet meer dan acht centimeter groeien. Ze worden gevonden in de buurt van rottend fruit en groenten, hun primaire voedselbron. Beide soorten vliegen dragen ziekten en moeten indien mogelijk worden bestreden.
Termieten
Huiseigenaren zien zelden termieten wanneer ze worden geconfronteerd met een plaag, omdat deze insecten hard werken om zichzelf te beschermen tegen blootstelling aan lucht buiten hun tunnels. De reproductieve variëteiten van termieten verlaten het nest of de muren van het huis om een nieuwe plek te vinden om te broeden. Deze lijken op mieren, met donkere, gesegmenteerde lichamen. In tegenstelling tot mieren hebben termieten rechte antennes en dikke tailles met een zacht lichaam. Werknemers- of soldaattermieten, die zich niet voortplanten, zijn wit van kleur.
